Van der Leeuwkringleden Petra Rutten, Bianca Seekles en Jenny Vermeeren juichen toe dat de ontwikkeling van hun stad momenteel in een flinke sprint zit. Maar ze zien ook dat die gepaard gaat met ruimtedruk en waardestijging, waardoor voor relevant maatschappelijk programma steeds minder plek is. Programma dat Rotterdam écht Rotterdams houdt. Samen willen ze daarom de inzet voor publiek programma nieuwe energie geven met het agenderen van gebiedsgericht programmeren vanuit Rotterdamse waarden.
Dat wat niet vanzelf gaat
Rutten: ‘De laatste tien jaar maakten partijen zoals de Van der Leeuwkring zich sterk voor het verbeteren van de publieke ruimte als kwalitatieve contramal van de gebiedsontwikkeling. De leden van de kring ervaren nu een nieuwe fase, met aandacht voor het publieke programma en daarmee voor samen Rotterdam maken. We willen ons gaan richten op de nieuwe contramal van de gebiedsontwikkeling: het behouden van de diversiteit van de stad door het programmeren van gebieden. Dan heb ik het natuurlijk over de programma’s die aandacht verdienen en niet vanzelf gaan.’
‘Om de initiatieven die zachte waarden toevoegen aan de stad’, vult Vermeeren aan. ‘Denk bijvoorbeeld aan projecten zoals Verhalenhuis Belvédère en Kantine Walhalla op Katendrecht, Leeszaal Rotterdam West en de Heilige Boontjes aan het Eendrachtsplein. Dergelijke initiatieven zijn belangrijk, omdat ze bepaalde groepen zoals kunstenaars in de stad houden of omdat ze dat wat leeft in een buurt zichtbaar maken. Ze kennen zowel maatschappelijk als fysiek waarde toe aan een gebied. Het is programma dat Rotterdam Rotterdams maakt.’
Kantelpunt
‘Het is urgent deze opgave nu op te pakken’, legt Rutten uit. ‘Tot voor kort was er altijd wel ruimte in Rotterdam. Daardoor kreeg publiek programma als vanzelf een plek. Nu is er sprake van een kantelpunt.’
Seekles somt op: ‘De vraag naar ruimte groeit sterk, waardoor er ruimte-schaarste ontstaat en locaties in prijs omhoogschieten. Ook zijn er nieuwe partijen die niet per se altijd evenveel aandacht hebben voor, of kennis hebben van de zachte waardes in de stad. Wij voelen de verantwoordelijkheid juist deze nieuwe partijen en de mensen in deze organisaties, maar ook nieuwe mensen in onze eigen organisaties, wegwijs te maken hierin. We maken tenslotte samen deze stad. Want met het verdwijnen van het zachte programma staat de herkenbaarheid van de stad onder druk. Rotterdam moet een afspiegeling blijven van de Rotterdammers: een stad die voor bewoners vertrouwd is.’
Vanzelfsprekend verantwoordelijk
Alle drie vinden ze het meer dan vanzelfsprekend dat private partijen zich bezighouden met het stimuleren van ontwikkelen vanuit zachte waarden. Rutten: ‘We krijgen de kans om de stad mede vorm te geven en dat brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee. Onze kennis en ervaring willen we vanuit inspiratie delen met andere partijen. Dat kan door onze successen te vieren, te leren van elkaar en het gesprek aan te gaan over voorbeeldprocessen en goede projecten.’
Condities scheppen
Vermeeren: ‘Als private partijen kunnen we condities scheppen waardoor er meer ruimte ontstaat om zachte waarden mee te nemen bij ontwikkelingen. Wij kunnen onze netwerken, expertise, budget of tijd inzetten om een proces verder te brengen.’
Seekles noemt als voorbeeld het bieden van hulp bij het maken van een businesscase. ‘Zo help je initiatieven op eigen benen te staan, dat is belangrijk voor de stad.’
Rutten: ‘Wij kunnen met ons netwerk ook helpen met het bij elkaar brengen van de juiste personen op het juiste moment. Zo heb je bij het ontwikkelen van maatschappelijk vastgoed vaak te maken met verschillende zuilen binnen gemeenten, zowel de afdeling maatschappelijke als stedelijke ontwikkeling. Dat zorgt weleens voor tegenstrijdige belangen waardoor processen om iets voor elkaar te krijgen stroef gaan lopen en initiatiefnemers vastlopen.’
Vermeeren benadrukt dat het belangrijk is initiatieven steeds met een open houding tegemoet te treden. ‘Meedenken in plaats van tegen denken.’
Open cultuur
Dat betekent ook wat voor de eigen praktijk. Seekles knikt: ‘Ook in ons eigen bedrijf merk ik dat collega’s het soms best lastig vinden om werken aan de zachte waarden te zien als echt werken. Dus aan de werkgever om deze inspanning ook te waarderen. Wel is het zo dat we hier iets agenderen wat voor een lange adem is. Om daarmee aan de slag gaan moet je een zekere mate van lef tonen. Lef om een programma te durven oppakken waarvan de meerwaarde niet meteen door iedereen wordt gezien. Dat vraagt ook om een open houding van de directie van ontwikkelaars of corporaties bij het aansturen van mensen. En vanuit de collega’s dat ze met ideeën durven komen. Een open cultuur wordt gevoed door andere inzichten.’
Rotterdamse bouwcultuur
Het agenderen van de maatschappelijke meerwaarde van gebiedsgericht werken, wordt ook elders in het land opgepakt. Maar juist in Rotterdam heeft de benadering grote kans van slagen. Seekles: ‘In Rotterdam is van oudsher veel afstemming tussen commerciële partijen, corporaties, de gemeente en alle andere partijen die bijdragen aan het maken van de stad. Er is veel gedeelde visie en ook animo om minder te denken over privaat en publiek vastgoed als gescheiden opgaven.’
Rutten: ‘Meer gebiedsgericht werken met oog voor zachte waarden levert uiteindelijk “harde” waarden op, zoals kwaliteit en levendigheid en het maakt ons werk ook zoveel leuker. Ik ben nog nooit geïnspireerd geraakt door een spreadsheet!’
Petra Rutten is directeur wonen van Frame Vastgoed, Bianca Seekles is directievoorzitter van ERA Contour en Jenny Vermeeren is directeur bij Woonstad Rotterdam
Door: Marieke Berkers