Klaus Overmeyer – Guest Urban Critic 2013
Urban Catalyst
Hoe zien, begrijpen en handelen we samen in de stad? Hoe wordt lokaal initiatief ondernemend en ondernemerschap lokaal geworteld? En hoe worden de plekken en beslommeringen van alledag strategisch in de ontwikkeling van de stad als geheel? Dit waren enkele van de vragen die centraal stonden bij het bezoek van de strateeg, of eerder urban catalyst, Klaus Overmeyer, die in 2013 werd uitgenodigd als Guest Urban Critic.
“Zijn lezing gaf een levendige bijdrage aan het Rotterdamse gesprek over nieuwe praktijken
en Overmeyer daagde uit daar ook met elkaar aan verder te bouwen.”
Arie Lengkeek, voormalig programmaleider AIR
Na zijn opleiding tot tuinier en zijn studie Landschapsarchitectuur RTWH Aachen, was Overmeyer onder andere werkzaam bij het Rotterdamse ontwerpbureau West 8, alvorens zelfstandig aan de slag te gaan met Susanne Schnorbusch en Nancy Couling. In 2001 zette Overmeyer samen met Philipp Oswalt het Europese onderzoeksproject Urban Catalyst op om strategisch onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen in steden. Vanaf 2017 zette Overmeyer het onderzoek naar en denken over urban catalysm voort als ontwerpstudio.
Zodoende heeft Overmeyer een aantal methodes ontwikkeld om naar de bestaande stad te kijken, deze te begrijpen en in te zien hoe in deze bestaande stad te handelen. Deze methodes heeft hij ook als Guest Urban Critic gebruikt tijdens workshops in onder ander het Oude Westen en de Hofbogen. Hierbij ging hij op zoek naar common grounds: nieuwe speelvelden voor publieke waarden, waar de stad van morgen concreet wordt in de zee van polariteiten tussen informeel-formeel, micro-macro en institutioneel-initiatief.
“Bekijk elke plek in de stad als een potentiële plaats van betekenis.”
Klaus Overmeyer
Wat Overmeyer in zowel de workshops als zijn lezing centraal stelde, was dat elke plek in de stad als een potentiële plaats van betekenis beschouwt dient te worden. Hierbij verschoof Overmeyer de focus van de gemeente op drie centrale ontwikkelgebieden op macroniveau, naar bijna tweehonderd Rotterdamse plaatsen van betekenis op microniveau: stadscellen. Daar kunnen lokale systemen gedijen en ondersteund worden. Deze stadcellen hebben vervolgens gezamenlijk weer een impact op de stad als geheel. Common grounds dienen hierbij als basis voor de verbinding van de micro- en de macroschaal. En, door deze wisselwerking tussen schalen kan een ieder die woont in de stad vanuit zijn verschillende rollen deelnemen aan de ontwikkeling van de stad.
“Als urban catalyst heeft Overmeyer het stadmakersdenken in Rotterdam geïntroduceerd en dit middels zijn methode op een speelse en ruimtelijke manier in praktijk gebracht.”
Keynote lezing Klaus Overmeyer Stadmakerscongres 2013.
Profiel van Klaus Overmeyer
Het Urban Catalyst onderzoek was in eerste instantie een Europees project om strategisch onderzoek te doen naar de potentie van braakliggende terreinen in steden voor tijdelijke ingebruikname. Het project werd uitgevoerd vanuit de TU Berlijn en behelsde vijf Europese metropolen en er waren elf internationale partners betrokken. Na afloop van het door de EU gefinancierde project zette Oswalt en Overmeyer, samen met Philipp Misselwitz, Urban Catalyst voort als een interdisciplinair platform voor onderzoek, projecten, publieke interventies en publicaties. De publicatie Urban Catalyst – The Power of Temporary Use vloeide hier in 2013 uit voort. Overmeyer en Misselwitz gingen vanaf 2017 verder met het Urban Catalyst denken in de vorm van een ontwerpstudio. Ondertussen is het een collegiaal bestuurd bureau bestaande uit negen partners. Een bedrijfsstructuur die de kern van het Urban Catalyst denken weergeeft: werken aan de stad doe je samen.
In 2007 publiceerde Overmeyer reeds het boek Urban Pioneers waarin hij het strategische belang van tijdelijk gebruik voor stedelijke ontwikkeling benadrukte. In Berlijn, Overmeyer’s thuisbasis, werd bij een stuk stad dat niet gecultiveerd is al snel geroepen om er een park van te maken. Echter, was er vaak geen geld voor parken en de bijbehorende onderhoudskosten. Overmeyer’s interesse in tijdelijk gebruik komt hier dan ook uit voort waarbij hij onderzoek heeft gedaan naar de initiatieven en activiteiten die plaatsvonden in de stedelijke residuen in Berlijn waarbij 100 bottom-up projecten zijn gedocumenteerd.
Dit heeft hem een schat aan kennis en ervaring op het gebied van bottom-up organisatie, gebruikers-initiatief en strategische planning opgeleverd. Daarnaast heeft het Overmeyer een diep gewortelde optimistische attitude jegens het hedendaagse (stedelijk) landschap gegeven en hij heeft gedurende zijn carrière onderzoek naar de relatie tussen bebouwde en onbebouwde omgevingen dan ook voortdurend gestimuleerd.
Dit heeft hij niet enkel in de praktijk gedaan, maar ook in het onderwijs. Zo was Overmeyer docent in het studiegebied UrbanScape aan de Universiteit van Liechtenstein en was hij Professor Landschapsarchitectuur aan de Bergische Universiteit Wuppertal.